De besluitvormende, noem het mannelijke, stijl van convergerend denken staat in onze cultuur in hoger aanzien dan de zachtere, verbredende, vloeiende, vrouwelijke divergerende stijl van denken waarbij je vooraf nooit weet wat eruit komt. Ook in conversaties vinden we deze verschillende denkstijlen terug.
Lillian Rubin beschrijft in haar boek Intieme Vreemden hoe sommige mannen en vrouwen in een huwelijk toch intieme vreemden blijven omdat ze anders denken en communiceren. De vrouw past in een kledingwinkel een jurk en vraagt aan haar man: ‘Wat vind je van deze jurk?’ Op deze open vraag antwoordt de man, convergerend denkend: ‘Neem ’m maar!’ Zijn vrouw vroeg echter niet om een beslissing, maar nodigde hem uit tot een gesprek over de kleur, vorm, stof en prijs van de jurk.
In convergerend denken zijn we allemaal goed getraind. Op school was de vraag steeds: Wat is de juiste oplossing? Geef het juiste antwoord. Dat dwingt tot besluitvormend denken en het antwoord is: Dit is de oplossing!
Men vroeg Albert Einstein wat hem onderscheidt van de gemiddelde burger. Zijn antwoord was: ‘Wanneer men iemand vraagt naar een naald in een hooiberg te zoeken, houdt hij doorgaans op wanneer de naald is gevonden. Ik ga verder met zoeken naar nog meer naalden.’ Dit wijst op het divergente denken van Einstein. Hij is niet tevreden met die ene naald, die ene gedachte, die ene oplossing die zijn denken oplevert. Hij gaat verder en weigert te zeggen: ‘Dit is de oplossing!’
Als ik je vraag wat de helft van elf is, is je spontane reactie waarschijnlijk vijfeneenhalf. Je zult niet vlug op zoek gaan naar alternatieve oplossingen. Je zou echter ook 1 kunnen antwoorden, wanneer je het halveren van het getal 11 letterlijk neemt.
In dat soort anders denken zijn we minder getraind. Ons brein is er echter volledig capabel voor. Het grote voordeel is dat nieuwe denkpaden vol mogelijkheden zich kunnen openen met deze wijze van denken. Het gevaar is namelijk dat we ook bij de complexe vraagstukken in onsleven ervan uitgaan dat er maar één juiste oplossing is.
Divergerend denken kan ons ondersteunen, juist in woelige tijden. Vooral bij snelle veranderingen reageren we in ons denken en doen vaak reflexmatig omdat die delen van ons brein in werking komen die ook reageren op bedreiging en gevaar. Dat kan ons weerhouden van het ontdekken van de nieuwe kansen die een verandering biedt.
Oefening:
Een uiterst krachtige methode die je denkstijl kan verrijken is de ‘doe alsof’-methode. Wanneer je sterk actiegericht denkt en houdt van snelle besluiten, speel dan eens dat je anders denkt. Kruip in de huid van een persoon die altijd wat langer nadenkt, om meer alternatieven vraagt en die steeds weer met ideeën komt. Doe in een komende vergadering alsof je een acteur bent die deze rol speelt. Vertel aan de anderen niet dat je deze rol nu bewust speelt. Neem goed waar hoe je je bij dit experiment voelt, wat je gedachten zijn, welke woorden je formuleert en wat de reacties van anderen zijn. Wellicht ontdek je in dit gedachtenexperiment dat die andere stijl van denken en praten eigenlijk ook wel bij je past. Dat is niet eens zo verwonderlijk, want die was er altijd al, maar is door je gewoonte weggedrukt. Als je divergent denken gewoon bent, dan is vanzelfsprekend jouw gedachtenexperiment om een convergente denker te spelen.
© tekst: Jeff Gaspersz, 2015
photo credit: Pixabay
Prof. dr. Jeff Gaspersz is als hoogleraar innovatie verbonden aan Nyenrode Business Universiteit. Tevens is hij spreker en adviseur op het gebied van innovation management en business creativity.
Wilt u meer van zijn blogs over innovatie, creatviteit en inspiratie lezen? Via www.ideebrief.nl kunt u zich aanmelden en u ontvangt tevens zijn gratis eBook Je Hok Uit! met praktische tips voor een creatiever team.